Romans spreken hun eigen taal door je ogen.


Leesportfolio (opdrachten 1-14) afgemaakt op 1 juni 2015

Opdracht 1: verwerkingsopdracht jeugdboek

Boek

van Lieshout T. (1996). Gebr. Amsterdam: Van Goor.

Korte inhoud

Gebr. van Ted van Lieshout gaat over twee broers, Maus en Luuk, die erg op elkaar lijken maar dit niet weten van elkaar. Naast dezelfde ouders delen ze ook dezelfde levensvragen, twijfels, geaardheid, problemen… Het bijzonder is echter dat Luuk dit enkel beseft na de dood van zijn broer Maus die sterft door een zeldzame ziekte. Wanneer de moeder alle spullen wilt verbranden van Maus, steelt Luuk net op tijd het dagboek van zijn broer, waarin hij dan ontdekt dat hij veel meer dan gedacht op zijn broer lijkt. Wat hem van woede naar acceptatie leidt, tot hij eindelijk zijn homoseksuele geaardheid deelt met zijn ouders en zo in zijn leven voor de eerste keer zichzelf kan zijn.

A. titel

Bedenk vier alternatieve titels voor het boek. Duidelijk toelichten (ca. 5 regels per titel).

  1. Gebroeders

Het lijkt misschien makkelijk om de afgekorte titel Gebr. gewoon voluit te schrijven en dat dan te nemen als nieuwe titel maar in mijn ogen is het ook logisch. Als je dit boek voor de eerste keer ziet liggen in de bibliotheek en je weet niet over wat het gaat spreekt de titel Gebr. je niet meteen aan. Volwassenen zullen misschien worden geprikkeld in hun nieuwsgierigheid maar bij een jonger publiek mist dit zijn doel. Gebroeders daarentegen is meer duidelijk en vertelt de lezer al wat meer over de inhoud zonder dat ze de achterflap moeten lezen. Wat volgens mijn mening meer aantrekkelijker is voor zijn doelpubliek.

  1. Dagboek van mijn gestorven broer

Het dagboek van Maus is de rode draad doorheen heel het verhaal. Het is het decor waarin de broers elkaar vinden. Luuk herleeft er oude conversaties en discussies, vindt er plaats om zijn verdriet af te schrijven en kijkt zo in de diepste gedachten van zijn broer, om tot de conclusie te komen dat ze vele meer deelden met elkaar dan hij ooit had kunnen denken. Het dagboek is dus een heel belangrijk element in het verhaal en daarom waardig genoeg om in de titel te staan.

  1. Enig broer

Gebr. bevat een heel mooie scene waarin Luuk probeert uit te leggen aan zijn moeder waarom hij niet wilt dat zij al de spullen van Maus verbrandt. Wanneer zij zegt dat iedereen zijn eigen manier heeft van rouwen, roept Luuk dat zij hem niet begrijpt. Hij is zijn enigste broer verloren en dat bedenkt ook dat hij geen broer meer is. Hij is plots enig kind, maar nog wel een kind van haar, wat haar nog steeds moeder maakt. Daarna komen ze samen tot het besluit dat Luuk nog steeds broer is van Maus, ook al is hij er niet meer, en dat zij altijd een moeder zal blijven, ook zonder haar zonen. Een heel mooie scene die volgens mij ook de zoektocht naar het broederschap tussen de twee benadrukt en daarom titelwaardig is.

  1. Gebroeders gedachten

Het centrale thema in Gebr. is de zoektocht van Luuk naar Maus. Hij wil hem beter leren kennen voor zijn moeder alles vernietigt en Maus volledig verdwenen is. Luuk steelt daarom het dagboek van zijn overleden broer en komt zo de diepste gedachten van Maus te weten. Hij leert zijn broer na al die jaren echt kennen en voelt de drang om ook zijn levensvragen, twijfels, herinneringen, gesprekken, gedachten… op te schrijven naast die van Maus zodat het dagboek van hen twee wordt en moeder het niet meer kan verbranden. Gebroeders gedachten is dan een verwijzing naar het dagboek, de gedeelde gedachten en de onverwachte gelijkheid tussen de twee op eerste gezicht lijkende heel andere broers. Drie belangrijke elementen van het verhaal die volgens mij in de titel mogen terugkomen.

Evaluatie

Eigen alternatieve titels verzinnen voor een gelezen boek vind ik als lezer een leuke opdracht omdat ik zelf graag speel met taal, woorden en gevoelens. Het deed me ook terug nadenken over de thematiek, de personages, ruimte en verhaal, wat ik graag doe na het lezen van een boek. Ik wil de gedachten die ik had over de roman ventileren en door alternatieve titels te verzinnen lukte dit goed omdat ik het boek dan ergens in mijn eigen woorden probeer samen te vatten.                                 

Didactisch gezien vind ik het ook een zinnige opdracht. Het zet de leerlingen aan tot nadenken, maakt hen kritisch (de titel van een boek zegt niet altijd iets over het boek en kan slecht gekozen zijn) en laat hen nog eens nadenken over het plot, thematiek, ruimte, personages… Het geeft hen nog eens de kans om deze begrippen te herhalen in context. Het stimuleert de leerlingen ook om creatief na te denken en kan gekoppeld worden aan andere taalvaardigheden. Leerlingen die hetzelfde boek hebben gelezen kunnen bijvoorbeeld een discussie starten over de titel. Paste de titel bij het boek? Heeft er iemand betere suggesties? Waarom zijn die beter? Vragen die tijdens de discussie aan bod kunnen komen en de leerlingen stimuleren te discussiëren en te spreken voor de klas.

Opdracht 2: verwerkingsopdracht jeugdboek

Boek

Biegel P. (1990). Anderland. Harlem: U.M. Holland.***

Korte inhoud

Anderland is een vertelling van de Brandaanmythe (Keltische mythe). De mythe gaat over een man, Bran, die op ontdekkingstocht gaat naar Anderland. Anderland moet zogezegd een land zijn waar de zon altijd schijnt, de rivieren vol met bier stromen, de vrouwen talrijk zijn en de grond vruchtbaar. De mythe wordt door Bran zelf verteld nadat hij door een jongetje van een Keltische stam is gered geweest uit zee toen hij terugkeerde van zijn tocht. In elk hoofdstuk neemt hij de kinderen van de stam en de lezer mee op avontuur en vertelt hij over zijn zeilreis naar de andere kant van de zee.

 

D.4

Schrijf een brief aan een personage uit het boek. Je schrijft of je zijn of haar gedrag goedkeurt of afkeurt, of je in bepaalde situaties op dezelfde manier gereageerd zou hebben, je geeft raad aan het personage, zegt wat hij/zij in de toekomst anders moet gaan doen enz. (20 regels)

Beste Malle

Ik heb gelezen dat je vaak gepest wordt en niet serieus wordt genomen terwijl je zo’n bijzondere, slimme en leuke jongen bent. Je past gewoon niet in je stam maar dat zou je niet mogen bang maken of je minder belangrijk laten voelen. Zij zijn misschien breed en gespierd, maar jij bent dan weer klein lenig en altijd oplettend.

Laat die pesters zoals Chuchu maar doen. Zij denken niet na over Anderland. Zij kunnen zich niet voorstellen om daar te zijn en omdat jij slimmer bent dan dat pesten ze je. Zoals die ene keer dat jij weer als laatste in bad moest en het water bijna geel zag… Ze hadden expres een hele dag gedronken zodat ze het konden uit plassen in bad, speciaal voor jou. Of die keer dat ze je bijna dwongen om dat lelijk meisje te kussen. Wel, volgende keer sta je op voor jezelf, ok? Je bent anders als al je medestamgenoten maar dat mag hen geen excuus geven om je zomaar te kwetsen!

Ik vond het wel fantastisch dat je Bran hebt gevonden. Dé Bran! Ik hoor dat hij je van alles aan het leren is over zeilen, walvissen, zijn vrienden, vrouwen en verre eilanden en ik merk dat je ook graag op tocht wil gaan naar Anderland. Wel, doe dat Malle! Je past perfect in een bootje en je hebt minder rantsoen nodig dan eender wie van je zogezegde vrienden. Je kan vissen en roeien en je bent graag op pad. Je past niet in het vertrouwde Keltische wereldje. Jij bent gemaakt om te ontdekken en avonturen te beleven. Denk aan Bran, hij was net zoals jij maar nu een echte held. Daar droom je ook van he? Ja, ik weet dat omdat ik je mythe al heb gelezen… Dus neem die boot van je vader en vertrek!

Hopelijk tot snel Malle!

Liefs

Eva

PS: stuur me a.u.b. een kaart als je in Anderland bent aangekomen!

Evaluatie

Als lezer vond ik dit een leuke schrijftaak omdat ik meer betrokken voelde in het verhaal. Wanneer ik het boek aan het lezen was schreef ik de hele tijd zaken op die misschien in mijn brief konden komen naar Malle en op een vreemde manier voelde ik me een soort van verre vriendin van hem. Het is ook een opdracht in creatief schrijven, wat ik heel leuk vind om te doen.

Didactische gezien vind ik de opdracht ook goed. Het is voor alle jaren toegankelijk (in het eerste een simpele brief, in het vierde met bepaalde criteria en langer). Het brengt de leerlingen dichter bij de personages en hun leefwereld. Zo gaan ze misschien beter begrijpen waarom er bepaalde dingen gebeuren in het boek en kunnen ze dat reflecteren op hun eigen leven. Ook oefent het de schrijfvaardigheid nog eens en prikkelt het de creatieve schrijver in de leerlingen. Kortom een zinvolle opdracht voor mij als lezer en als leerkracht.

 

Opdracht 3: zelf vragen bedenken

met Judith Kling en Lise Nissen

Fragment

Martinus Arion F. (1936). De Nozem.

Stap 1 : stel vragen tijdens het lezen

Wie is moeder?

Wie is Vader?

Wie is het personage?

Wie is dat meisje en die man die op straat ronddwalen?

Waarom is vader steeds zo rustig?

Waarom vindt het personage zijn moeder zwak? Wat bedoelt hij daarmee?

Waarom wordt Vader met een hoofdletter geschreven en moeder met een kleine letter?

Waarom bedriegt moeder Vader?

Wie is de minnaar van moeder?

Wie is de buurman?

Is het personage gevaarlijk?

Heeft Vader iets met de kerk te maken?

Waarom is de Vader zo afstandelijk tegenover zijn vrouw en zoon?

Stap 2-3: kies drie hamvragen en bespreek die

1. Waarom wordt Vader met een hoofdletter geschreven en moeder met een kleine letter?

2. Wat wordt er bedoeld met 'de verkeerde manier/keuzes'?

3. Wat zou de juiste manier zijn, volgens de jongen?

We hebben onze vragen naast elkaar gelegd en de vragen die nog steeds onbeantwoord bleven en nieuwe vraagtekens bij iedereen opwekte hebben we gekozen als hamvragen. Hamvraag 1 hadden we allemaal genoteerd en de andere kwamen ook voor in onze individuele vragenlijst maar dan anders verwoord. Zo kwamen we snel tot onze drie hamvragen.

Stap 2: formuleer en rechtvaardig je antwoord

  1. Waarom wordt Vader met een hoofdletter geschreven en moeder met een kleine letter?

In de eerste paragraaf beschrijft het personage zijn ouders. Zijn vader wordt beschreven als een god. Hij bewondert hem, hoe hij leeft, zijn rust, wijsheid, grijze haren. Hij is de deugd zelf. De moeder daarentegen is meelijwekkend en zwak beschreven. Eerder een mens. Ook herhaalt hij dikwijls dat zijn moeder hem begrijpt. Zij weet hoe het is om fouten te maken, hoe het is om verlangen te voelen om gelukkig te willen zijn met iets dat ze niet heeft. Om mens te zijn. Vader kan zich bedwingen in die menselijke gevoelens en te allen tijde rustig blijven, zelfs wanneer zijn vrouw hem bedriegt kan hij wraak en jaloerse gevoelens bedwingen. Het zou kunnen dat Vader met een hoofdletter wordt geschreven omdat het personage hem ziet als een god en zijn moeder en zichzelf als een mens.

  1. Wat wordt er bedoeld met 'de verkeerde manier/keuzes'?

Met de verkeerde keuzes worden menselijke keuzes bedoeld. Keuzes die het hoofdpersonage en zijn moeder maakt. De jongen wilt zo graag de juiste keuzes maken in zijn leven en net zoals zijn vader rustig en eervol blijven en mensen helpen maar dit kan hij niet. Hij voelt wel dwangen, spanning, instincten en is dus net het omgekeerde van zijn vader. De jongen is te veel opzoek naar zijn goede zelf terwijl hij vergeet dat hij maar een mens is. Zo probeert hij een meisje impulsief te redden op straat van haar kidnapper terwijl het gewoon haar vriendje was en doodt hij de buurman van de minnaar van zijn moeder, niet wetende dat hij de foute man heeft. Zijn beslissingen en keuzes zijn allemaal erg impulsief en ondoordacht genomen. Vader daarentegen is een wijs man, rustig, deugdzaam en kan zich bedwingen aan die typisch menselijke gevoelens (drang, lust, jaloezie…). De jongen kan dit nog niet en maakt zo foute (menselijke) keuzes.

  1. Wat zou de juiste manier zijn, volgens de jongen?

De juiste manier is de manier waarop vader handelt en reageert op problemen en gevoelens: rustig en eervol zonder dramatiek. Dit merk je duidelijk in de paragraaf waarin de jongen beschrijft dat hij zoveel ontzag heeft voor de kalmte waarmee Vader omgaat met het bedrog van zijn vrouw. Hij weet dat zij hem bedriegt maar in plaats van haar te straffen (confronteren, ruzie maken, verlaten) doet hij niets omdat hij weet dat ze haarzelf al genoeg straft, wetende dat zij hem niet verdient als man. Vader zet zich boven de situatie en weert alle menselijke gevoelens, iets wat onmogelijk lijkt voor de jongen die dan het heft in eigen handen neemt met een dodelijke afloop.

Opdracht 4: verslag van mijn boekpresentatie

A.

Roman

Elsschot, W. (1946). Het dwaallicht. Amsterdam: Querido.

Voorbereiding

Redenen keuze boek: de ruimte (Antwerpen), geen dik boek maar wel een groot literair werk, tijdloos, niet saai of moeilijk, verouderd maar mooi taalgebruik

Auteur: Willem Elsschot (pseudoniem van Alphonsus Josephus de Ridder) (Antwerpen, 7 mei 1882 – aldaar, 31 mei 1960) was een Vlaamse romanschrijver en dichter. Hij schreef poëzie en 750 pagina's proza, met als bekendste titels Lijmen/Het been (roman, 1923 en 1938) en Kaas (roman, 1933). Zijn beroep was reclameman.

Boek: Het dwaallicht (1946) is een novelle van de Vlaamse schrijver Willem Elsschot. Het is het laatste werk in zijn oeuvre, waarin hij in zijn bekende economische schrijfstijl verhaalt hoe hij in het gezelschap van 'drie zwartjes' een vruchteloze zoektocht onderneemt naar de vrouw van hun dromen. Naast het op zich simpele verhaal bevat het boek ook een diepere symboliek en een filosofische insteek.

Situering fragment: begin, mooie ruimte en sfeer beschrijving, meneer Verbruggen komt onderwegn naar huis de Indievaarders tegen die opzoek zijn naar Maria Van Dam.

Fragment

Een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt. En mijn stamkroeg ligt, helaas, te ver in’t westen om op te tornen tegen dat kille gordijn. Voor het eerst sedert zeer lang, want de jaren vlieden, zal ik ditmaal naar huis gaan, waar mijn ontijdige intrede beschouwd zal worden als een stap op de weg die tot inkeer leidt. “Alle begin is moeilijk en beter laat dan nooit” zal mijn vrouw zeggen. Och, ik begrijp best dat niets zo drukkend is als de aanwezigheid van één die voor zich uit zit te staren alsof hij alleen was. Die nooit een grap vertelt noch iemand op de schouder slaat om hem moed te geven in zijn kwade dagen, die nooit vraagt hoe het gaat, of ben je gelukkig. Hier heb ik mijn winkeltje, dat ik al jaren bezoek en waar ik de oude juffrouw voor de tienduizendste maal zal horen zeggen wat zij van het weder denkt. “Ja,” geef ik toe “regen”. “Motregen” preciseert zij. “Ja, eigenlijk motregen.” Want ik zou die stalagmiet, waarvan ik de langzame vorming van naderbij gevolgd heb voor geen geld ter wereld durven tegenspreken. “Kijk, drie rijstkakkers.” En met die hangende snijtand, die niet vallen wil, wijst zij naar de straat. Waarachtig, als ik buitenkom en mijn kraag opzet voor een drafje naar de tram toe, wordt mijn aanloop gehinderd door drie zwartjes die mij de weg versperren. Bemanning van een Indiëvaarder, zoals men ze hier meer ziet drentelen. Ogen als gazellen ,lang, gitzwart haar, een katoenen pak dat mij huiveren doet en een zwart staatsiejasje als voor een feestelijke gelegenheid. Eén heeft een mutsje op, is iets groter dan zijn maats en schijnt de leider van ’t gezelschap te zijn. Eerlijk gezegd is er voor mij niet veel aan, want wij zijn die schilderachtige zwervers hier gewend. Alles schon de gewesen, en ik wil immers naar huis, al is ook daar niets wat mij roept. “Sir” zegt de aanvoerder met strelende blik en lokkende glimlach. Meteen stopt hij mij een stukje karton in de hand, wijst met zijn fijne cigarillovinger en vraagt “Where?”   

Vragen na het voorlezen

In welke historische periode speelt het fragment zich af? Waarom denk je dat?

Welke sfeer roept de ruimtebeschrijving  in het fragment bij je op?

Het Dwaallicht is een soort van reisgids doorheen de stad Antwerpen. Spreekt het je aan dat het boek zich afspeelt in een bekende ruimte? Waarom niet/wel?

Verslag

Allereerst vond ik het heel leuk om mijn meest favoriete boek voor te stellen aan de klas. Ik hou ervan om mijn passies en interesses te delen en anderen hiervoor warm te maken. Ondanks mijn motivatie was de klas niet helemaal enthousiast over het Dwaallicht. Dit komt denk ik omdat Willem Elsschot vaak onterecht wordt bezien als saai en ouderwets, terwijl het net tijdloos en herkenbaar is. Soms sluipt er wel wat Oudnederlands in, maar dat charmeert het verhaal enkel meer in mijn ogen. Wat mijn medestudenten wel leuk vonden was dat ik de graphic novel had meegebracht. Zo ervaar je de sfeer en de personages des te meer en kruip je nog dieper in het verhaal. Vooral Judith Kling en Frederik Van Rooy zag ik geïnteresseerd kijken en luisteren. Ik hoop dat ik toch zeker aan hen twee het boek heb kunnen verkopen.

Achteraf gezien had ik meer reactie verwacht van mijn klas. Het Dwaallicht is toch een stukje hoogstaande literatuur, helemaal niet dik, speelt zich af in een bekende ruimte en gaat over problematiek die vandaag nog steeds actueel is. Ik probeerde de interesse nog meer aan te wakkeren door de graphic novel mee te nemen, maar dat bleek enkel echt te werken bij een kleine minderheid. Misschien als ik volgende keer nog meer met motivatie spreek over de roman en met meer overgave en intonatie lees, ik hem beter verkocht krijg.

B.

Voorgestelde boeken die mijn aandacht trokken

  1. The Hitchhiker's Guide to the Galaxy van Douglas Adams

Dit boek werd gepresenteerd door Dries Beerens en gaf me een erg creatieve en aparte eerste indruk. Het verhaal slaagt op niet veel, maar geeft wel kritiek op de heersende samenleving in het Westen. Zo’n boeken die komisch zijn en vanuit een hele andere wereld kritiek geven op de maatschappij hebben me altijd aangesproken . Ze zijn grappig, onderbouwd en geven je een andere blik op de samenleving. Een roman die ik daarom zeker eens wil lezen.

 

  1. Life of pi van Yann Martel

De film Life of pi heb ik gezien in de cinema, maar het was Yannika Dielman die me liet kennismaken met het boek.                                                                                                                   De indruk die ik kreeg, was dat het verhaal heel avontuurlijk was en gebeurtenissen zich snel op elkaar opvolgden. Een boek dus dat vele mensen zal bekoren vanwege het hoge verteltempo en door het vleugje avontuur. Ingrediënten die ook bij mij in de smaak vallen. Het extraatje aan dit boek is dat er veel beeldspraak en symbolen in verworven zitten. Zo beelden sommige dieren gevoelens uit en voorwerpen emotionele obstakels. Die zaken zetten de lezer aan het denken en maakt het verhaal ook voor gevorderde lezers aantrekkelijk. Een roman met avontuur, vlot verteltempo en doordenkers. Ik hoop dat hij snel weer vrij is in de bibliotheek!

 

  1. De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson

Barbara Geuens liet me kennismaken met dit boek en door haar goedgekozen en leuk gebracht fragment was ik meteen verkocht. Toen Barbara de protagonist omschreef deed het me meteen denken aan mijn grootvader en een gevoel van nostalgie drong toen bij me binnen. Ik zou het boek willen lezen omdat het me in de eerste plaats doet denken aan mijn opa, het me een grappig verhaal lijkt, Barbara er erg enthousiast over was en omdat de roman vele prijzen heeft gewonnen. Daarom staat dit boek zeker in dit lijstje.

 

  1. Memoires van een Luipaard van Peter Verhelst

Bovenstaand boek presenteerde Judit Schoors en haar enthousiasme en goed gebracht fragment maakte me helemaal warm. Het fragment was erg poëtisch en Judit wist precies hoe ze het moest voorlezen. Ik ben zelf een grote fan van gedichten en daarom sprak het boek me meteen aan. Ik zou het zeker willen lezen vanwege het poëtisch taalgebruik, de metaforen, de verwarring die de auteur bij de lezer zaait en zo zorgt voor vele interpretaties van het verhaal en ook omdat het geen te dik boek is maar toch kan bekoren. De roman is daardoor toegankelijker en spreekt zo ook lezers aan die niet graag dikke kleppers lezen maar ook wel willen genieten van hoogstaande lectuur. Ik lees alle formaten van boeken, maar ik betrap me erop dat ik sneller een dik exemplaar wegleg. Redenen genoeg dus om het eens te gaan lenen van Judit.

 

  1. Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez

Dit boek presenteerde Frederik Van Royen en het fragment gaf me meteen een exotisch maar ook tragisch gevoel. Blijkbaar twee kenmerken die vaak terugkomen bij meerdere boeken van de auteur. Wat me meteen opviel zijn de lange zinsconstructies en de magische elementen in het fragment. Verhalen met magie hebben me altijd aangesproken vanwege hun gebrek aan logica en de schrijfwijze beviel me. Een auteur waarvan je duidelijk zijn schrijfstijl herkent, vind ik opmerkelijk. Je leest op een manier ergens zijn karakter en eigenheid erin, en dat vind ik erg speciaal. Frederik sprak ook met veel passie over het boek en ik weet dat Honderd jaar eenzaamheid voor een leerkracht Nederlands in spé een must is om te lezen. Grote kans dus dat dit boek op mijn literatuurlijst komt te staan dit jaar.

 

  1. De Vliegeraar van Khaled Hoesseini

Bovenstaande roman werd gepresenteerd door Amber Van Vlem en ik heb al vele goede dingen gehoord over het boek en de auteur. Ik ben zelf heel geïnteresseerd in de islam en het Oosten, dus het sprak me meteen aan. De Vliegeraar heb ik nooit gelezen maar Hoesseini’s nieuwste roman En uit de bergen kwam de echo wel. Die roman viel tegen en daarom heb ik nooit De Vliegeraar gelezen. De uitleg van Amber heeft me toch doen twijfelen, ook het thema in het boek interesseert me dus waarschijnlijk ga ik hem in de toekomst toch eens proberen. Een auteur afzweren op basis van één boek zou eigenlijk niet mogen, dus Hoesseini krijgt zo ook een tweede kans om me te bekoren.

Opdracht 5: rapportering boekenbeurs

  1. beschrijving uitgeverij

Toen ik met mijn moeder op de boekenbeurs aan het rondkuieren was, viel mijn oog meteen op de Minestrone cookbookstand. De stand was helemaal aangekleed als een kruidenier/koffiebar inclusief een vershoudtoog waar de boeken in lagen precies of ze waren charcuterie. Deze boeken vielen meteen op dankzij deze creatieve uitstalling, anders zou mijn blik er niet zijn opgevallen. Het interieur speelt hier dus zeker een grote rol. De boeken die deze stand verkocht, waren allemaal kookboeken. Dat kon je dankzij de aankleding al van ver zien door het kookthema en door het jaren’ 50 – hipster - koffiebarimago. Jeroen Meus, Pascal Naessens, Jamie Oliver … alle beroemde culinaire boeken lagen er. Vele titels kende ik niet, maar enkel omdat ik weinig kookboeken gebruik en meestal recepten opzoek op het internet. Diegenen die me meteen opvielen waren de boeken die enkel koffierecepten bevatten. Deze lagen op een koffietafel tussen allemaal koekjes en tassen lattés… Daarom zag ik ze natuurlijk meteen liggen. De Minestrone cookbookstand heeft dus goed nagedacht over de aankleding, imago en trok daarmee veel (jong)volk. Ik waande me meteen in de Barnnini op de Theaterplaats, en dat is zeker een leuke plek om te vertoeven!

  1. verslag van een lezing

Op 7 november ben ik naar de lezing van Anne Provoost geweest over 20 jaar Vallen. De lezing ging over hoe dat extreem -rechtse partijen en organisaties jongeren kunnen aanzetten tot geweld en terreurdaden en over hoe dat dat altijd is geweest en evolueert. Ik vond het een heel interessante lezing en onderwerp. Ik heb zelf Vallen gelezen toen ik 13 was en vond het heel aangrijpend. Ik had wel het gevoel dat je het boek gelezen moest hebben om helemaal mee te zijn met haar lezing. Mijn moeder stelde me vaak vragen over het boek, anders was ze niet helemaal mee. Positief was wel dat ze geen moeilijk taalgebruik hanteerde en er veel tijd was voor vragen. Ook was het toegankelijk voor jongeren, haar doelpubliek, en legde ze vele moeilijke begrippen uit. Ook was het heel leerrijk en was het aangenaam om te merken dat Provoost met veel passie sprak over haar 20 jaar oude boek en om te zien dat de thematiek die ze aansnijd nog steeds erg actueel is. Een leerrijke lezing dus die erg actueel, interessant en toegankelijk was. Spijtig wel dat de meeste mensen niet konden volgen omdat ze Vallen niet hadden gelezen, ook de stukken die ze voorlas waren te weinig ingeleid en amper gesitueerd om hen te betrekken.

Opdracht 6: schrijfoefening poëzie 

Haiku's en limerick zijn te vinden in de bijlagen met gepaste lay-out.

Opdracht 6 schrijfoefening poëzie.docx (515,1 kB)

Opdracht 7: gedichtenanalyse

Voorstelling dichter

Ik kreeg de dichter Ed Leeflang als opgave. Ed Leeflang  (Amsterdam, 21 juni 1929 - Aldaar, 17 maart 2008) was een Nederlandse dichter. Hij studeerde Nederlands en werkte voor een paar jaar als journalist en leraar. Hij debuteerde in 1979 als dichter met de poëziebundel De Hazen en andere gedichten. Voor deze bundel ontving hij de Jan Campertprijs in 1980. Nog twee bekende dichtbundels van hem zijn: Bewoond als ik ben (1981) en Op Pennewips plek (1982). Thema’s die vaak terugkomen zijn dieren, de natuur, zijn beroep (journalist en leraar) en het beschadigd kind (zijn dochter was gehandicapt). Ookal voelde Leeflang zich niet als een hoogstaande letterkundige, toch kreeg hij boven de Jan Campertprijs de Roland Holst-penning, een oeuvreprijs met grote prestige. Ed Leeflang was dus een groot dichter die steeds heel zelfkritisch was, wat zijn werk heel kwalitatief maakte. In maart 2008 stierf hij en werd in bijzijn van vrienden, familie en fans gecremeerd.

Gedicht dat me aansprak

De klas is kaal

 

De klas is kaal, de paar tekeningen

aan de wand zijn stuurs gekleurd

met een bevroren hand.

 

Een kluizenaar die wacht op een

verschijning, zo staart hij op uit

het correctiewerk.

 

Zij zijn de vogels die niet in

zijn landstreek horen - dwaalgasten

met geesten om de geest te

storen.

 

Het komt nooit goed,

hij zingt niet met ze

en de wereldkaart hangt scheef

tegen de bordwand

en in hun gemoed.

 

Uit: Op Pennewips plek (1982)

Analyse

Ik heb het gedicht De klas is kaal gekozen omdat het bij me bekende gevoelens opwakkert.  Vroeger in de lagere school had ik een mysterieuze leerkracht die er nooit gelukkig uitzag. Steeds was ze gekleed in zwarte kleren, versierde haar klas nooit en ik herinner me ook een vreemde geur dat ik toen niet kon plaatsgeven… Nu weet ik dat ze rook naar alcohol. Ze had geen vertrouwen of sympathie in haar leerlingen en leek haar werk helemaal niet graag te doen. Als 11 jarig meisje had ik toen al medelijden met haar. Eerlijk gezegd was ik haar grotendeels vergeten, maar dit gedicht bracht die leerkracht met haar vreemd sfeertje terug. Ik vond dit zo opmerkelijk en heb daarom gekozen voor dit gedicht te analyseren. Tijdens mijn analyse volg ik het analyseschema van de lyriek.

Het gedicht heet De klas is kaal en Leeflang bedoelt hier de werkelijke ruimte mee, maar ook de hoofden van de leerkracht en de leerlingen. Er hangt een soort verlaten en saaie sfeer. Het lijkt of de leerkracht zijn leerlingen stilaan opgeeft en hen en zichzelf niet meer motiveert. Hij kijkt leeg in de klas en houdt zijn leerlingen niet meer bezig met zang en verwaarloost zijn lokaal. Een kale klas met lege hoofden in die niet meer gevuld worden dus.

Als tweede punt bespreek ik het lyrisch ik in bovenstaand gedicht. Hier is het lyrisch ik volgens mij meneer Leeflang zelf die aan de lezer een ruimte, personen en bijhorende sfeer beschrijft. Er wordt niemand aangesproken en niemand in het gedicht spreekt tot de lezer of tot zichzelf. Het lyrisch ik is dus Leeflang zelf die de lezer een soort van verhaal vertelt en een impressie geeft van een bepaalde sfeer en ruimte.

Dan het thema van het gedicht. Het is redelijk duidelijk over wat het gedicht gaat en wat de hoofdgedachte is, namelijk school en een leerkracht die het niet meer ziet zitten om telkens zijn leerlingen gemotiveerd te houden en die zich eenzaam voelt. De titel beschrijft dit mooi: De klas is kaal. Er is geen plaats meer voor plezierig leren, de leerlingen hun gedachten worden niet meer gestimuleerd en hun hoofden worden zo leeg, terwijl de leerkracht leeg opkijkt van zijn verbeterwerk. Er is geen amusement meer, geen leerlust, er hangen geen leuke posters meer op… De klas is kaal en de mensen die erin vertoeven ook, maar dan kaal in gedachten. Onderwijs en het eenzame van de leerkracht voor de klas zijn hier dus de thema’s.

Een vierde punt dat ik analyseer is de vorm, vers en strofebouw. De vorm van het gedicht is niet echt speciaal. Zinnen die meer bij elkaar horen, staan verdeeld onder elkaar, maar het is zeker geen vormgedicht. Verzen die bij elkaar horen, volgen elkaar op en zijn met vier. Het gaat steeds om vrijverzen omdat er geen metrum of rijm instaat. De strofes worden 3,3,4 en 5 (kwintet) verdeeld. Geen opvallende zaken dus, maar wat wel heel opmerkelijk is de afbraak van sommige zinnen. Dit zorgt ervoor dat de dichter de lezer een soort van leesritme oplegt en op bepaalde woorden en zinsdelen meer nadruk kan leggen dat de betekenis van het gedicht duidelijk(er) maakt. De klas is kaal bevat niet meteen de kenmerken van een sonnet, haiku, rondeel… Ik heb lang gezocht en kwam toen tot het besef dat er geen echte regels zijn verbonden aan dit gedicht. Het is vrij in metrum, strofe en rijm, en dat maakt het een vrije of dynamische vers.

Nu zijn de beeldspraak, stijlfiguren en symbolen aan de beurt. Beeldspraak komt bij Leeflangs gedichten vaak terug, vooral metaforen gebruikt hij veel. In dit gedicht gebruikt hij om het beeld van de eenzame, ongemotiveerde leerkracht weer te geven de metafoor van een kluizenaar: “Een kluizenaar die wacht op een verschijning, zo staart hij op uit het correctiewerk.”  De leerkracht ziet het lange en harde werken niet meer zitten, net zoals een kluizenaar het lange wachten op de vrijheid niet meer ziet zitten. Ook de leerlingen worden verscholen achter metaforen, namelijk vogels en dwaalgasten: “Zij zijn de vogels die niet in zijn landstreek horen-  dwaalgasten met geesten om de geest te storen.” De leerlingen worden hier vergeleken met vogels omdat ze in de ogen van de leerkracht nog wel vrij zijn. Er is geen enkele band met de kluizenaar en de vogels. De leerlingen zijn er enkel om de leerkracht en de les te storen (dwaalgasten), maar volgens hem niet om te leren. Ook zijn er veel stijlfiguren te bespeuren in het gedicht. Zo heb je een ellips in vers drie na de metafoor van de vogels en dwaalgasten en bevat elke vers en strofe een enjambement. Symbolen zijn er niet aanwezig, maar voornamelijk dus metaforen en enjambementen.

Rijm en klank komen vaak voor in de gedichtenwereld, maar in dit gedicht zijn ze beiden niet aanwezig. Er zijn dus geen klanken of rijmschema’s in te vinden. Vele mensen vinden dat een goed gedicht moet rijmen, maar Leeflang bewijst met De klas is kaal  dat dit dus niet altijd hoeft.

En laatste punt is het metrum en het ritme van het gedicht. Zoals al eerder vermeld bevat het gedicht vrijverzen. Er is dus geen sprake van metrums en van rijm. Qua ritme begint het gedicht met een spondee: “De klas is kaal “, om dan over te gaan in een anapest :“de paar tekeningen aan de wand zijn stuurs gekleurd met een bevroren hand”. Het tweede vers gaat van een troche in een jambe: “een kluizenaar die wacht op een verschijning, zo staart hij op uit het correctiewerk”. De derde vers bestaat enkel uit jambes: “zij zijn de vogels die niet in zijn landstreek horen – dwaalgasten met geesten om de geest te storen”. En de vierde vers bestaat uit twee spondees :“het komt nooit goed, hij zingt niet met ze” gevolgd door een anapest :“en de wereldkaart hangt scheef” en eindigt in twee jambes.

Bibliografie

CambiumNed (2005). Poëzie. Opgeroepen op 4 januari 2015 op CambiumNed.nl:  https://cambiumned.nl/versvormen.htm#VRIJE%20VERS.

Cruysweegs, B. (2014-2015). NED Literatuur 2 DEEL A. Antwerpen: Karel de Grote-hogeschool.

Tiba (2015). Ed Leeflang. Opgeroepen op 3 januari op Poëzie-leestafel: https://www.poezie-leestafel.info/ed-leeflang.

Opdracht 8: mythes

 

Mythe 1: Briseis

Deze mythe begint met dat Briseis aan Achille wordt gegeven als oorlogsbuit tijdens de Trojaanse oorlog, maar in plaats van misbruik van haar te maken respecteert hij haar en worden de twee verliefd. Zo verliefd zelfs dat wanneer Agamemnon haar wegrooft, Achille van woede en onmacht zijn wapens neerlegt en deze pas weer opraapt wanneer zijn neef wordt gedood door Hector (neef van Briseis). Dit verhaal roept bij mij meteen een gevoel van verliefdheid en spanning op. Hoe Achille en Briseis elkaar leren kennen is uiterst ongewoon en de manier hoe Achille haar behandelt (eerst met respect, vriendschap, dan liefde) vind ik wonderbaarlijk. Zij is immers de vijand, maar hij ziet ondanks dat toch haar schoonheid en rakend karakter, met als resultaat een verboden liefde tussen de twee. Ook riep de mythe een gevoel van onmacht bij me op. Om Achille te straffen neemt Agamemnon Briseis als slaaf en mag Achille haar niet meer zien.  Achille voelt zich machteloos en gaat in staking. Ik begrijp hem volkomen. Als iemand speciaal van je wordt weggenomen ben je volledig van de kaart. Je mist die persoon, wil hem of haar redden koste wat kost en je kunt aan niets anders meer denken. Een compleet gevoel van machteloosheid dus waar je gek van wordt en dit overviel me meteen bij het lezen.

Het verhaal deelt in mijn ogen veel met Romeo en Julia van Shakespeare. Net als Romeo en Julia delen Briseis en Achille een verboden liefde met elkaar die tragisch afloopt. Briseis en Achille plegen wel geen zelfmoord, maar delen een andere soort ondergang met elkaar. Ze nemen elkaar namelijk de oorlog kwalijk. Hector doodt de neef van Achille en als antwoord doodt Achille Hector (neef van Briseis). Beiden verliezen ze dus familieleden door de oorlog en deze gebeurtenissen breekt hen volgens mij meer dan de daad van Agamemnon, en dit roept bij mij verdriet op. Wanneer de twee elkaar hadden tegengekomen in een andere tijd en op een andere plek hadden ze waarschijnlijk wel perfect gelukkig met elkaar geweest, maar dat feit maakt de mythe natuurlijk ook zo mooi en illustreert nogmaals dat liefde nooit simpel is, altijd onverwacht komt, blind is en we er elke minuut van moeten genieten zolang we kunnen (grondmotief).

Histoportal. (2015). Briseis. Opgeroepen op 8 maart 2015 van: https://www.histoportal.nl/index.php?p=categorie&cat=18.

Mythe 2: Guinevere (Keltisch)

Een andere mythe waar meteen mijn oog opviel is Guinevere. Sinds de film King Arthur van Antoine Fuqua waarin Keira Knightley de rol van dit mythisch figuur op zich neemt, ben ik verslingerd aan de Keltische mythes en aan deze sterke vrouw. Hoe Knightley zowel de kwetsbaarheid als de kracht van Guinevere vertolkt vind ik prachtig, en dit voelde ik ook tijdens het lezen van de mythe. Ik voelde een soort van bewondering voor haar tijdens het lezen omdat ze een heel sterke vrouw is. Ze kan boogschieten, is onafhankelijk en vecht moedig mee in oorlogen. Die kracht heeft echter ook een negatieve kant. Tijdens haar relatie met Arthur kan ze namelijk niet de bewonderende ogen van Lancelot negeren en krijgen de twee een verhouding met destructieve gevolgen. Ze is dus fysiek erg krachtig, maar emotioneel snel kwetsbaar en in de war op vlak van liefde (zoals wij allemaal misschien). Guinevere is hier een mooi voorbeeld van hoe mensen met het leven omgaan. Buiten af lijkt ze alles onder controle te hebben, maar vanbinnen draait haar hoofd overuren met alle gevolgen van dien. Dit wekt bij mij begrip op omdat iedereen maar een mens is en fouten maakt, ook zo’n sterke vrouw als Guinevere.

Deze mythe doet me denken aan Helena van Troje die ook door een scheve schaats te rijden een hele oorlog op haar geweten krijgt. Hoewel Guinevere geen oorlog veroorzaakt tussen twee rijken, zorgt ze er wel voor dat de Ronde Tafel zijn eenheid verliest met als gevolg dat de ridders in opstand tegen elkaar komen en de Tafel verdwijnt.

In deze twee mythes schuilt volgens mij het motief dat vrouwen hun emoties niet onder controle kunnen houden en daardoor onbetrouwbaar zijn. Hoewel je ook kunt zeggen van Lancelot en Paris dat zij niet sterk genoeg waren om de lust en liefde te bedwingen voor deze al bezette vrouwen. Het grondmotief dat ik er dan uithaal is dat liefde vooral niet logisch is, geen rekening houdt met huidskleur, afkomst of eender wat. Liefde kan tussen iedereen gebeuren.

Histoportal. (2015). Guinevere. Opgeroepen op 8 maart 2015 van: https://www.histoportal.nl/index.php?p=categorie&cat=19.

Opdracht 9: verwerkingsopdracht roman

Boek

Fitzgerald, F.S.(1925). De Grote Gatsby. Uitgeverij Atlas.

Korte inhoud

De Grote Gatsby is een klassieker onder de klassiekers en een tragisch liefdesverhaal. De roman gaat over de steenrijke alcoholsmokkelaar Jay Gatsby die zijn verleden en familie volledig de rug heeft toegekeerd, behalve dan zijn vroegere verloofde Daisy. Als gastheer van extravagante party’s probeert hij haar terug te winnen, maar zij is inmiddels al getrouwd met een rijke aristocraat. Het verhaal speelt zich af in het New York van de jaren ’20 en beroerd elke lezer.

E. Vertelperspectief

Herschrijf een fragment van 1,5 p. (kopie van het fragment bijvoegen) in een ander en origineel vertelperspectief: laat bijv. een dier, een plant of een meubel, of een toevallige voorbijganger dezelfde scène beschrijven.

Fragment uit roman

‘Sla me dan!’ hoorde hij haar krijsen. ‘Gooi me tegen de vlakte en sla me dan, miezerige gemene lafbek die je bent!’ Een ogenblik later stoof ze naar buiten het schemerdonker in, schreeuwend en met haar handen zwaaiend – voordat hij ook maar een stap kon doen was de hele geschiedenis al voorbij. De ‘auto des doods’, zoals de kranten schreven, stopte niet; hij doemde uit de vallende duisternis op, maakte even een weifelende tragische slinger, en verdween toen de volgende bocht om. Mavro Michaelis wist niet eens met zekerheid te zeggen wat de kleur van de auto was. De andere auto die richting New York reed, kwam honderd meter verderop tot stilstand, en de bestuurder snelde terug naar waar Myrtle Wilson, haar levensdraad op gewelddadige wijze afgesneden, geknield op de weg lag en haar dik en donker bloed zich met het stof vermengde. Michaelis en deze man waren als eersten bij haar, maar toen ze haar blouse, nog klam van de transpiratie, opengescheurd hadden, zagen ze dat haar linkerborst er als een losse lap bij bengelde, en dat ze niet hoefden luisteren of het hart eronder nog klopte. De mond stond wijd open en de mondhoeken waren ietsje ingescheurd, alsof ze in het prijsgeven van de geweldige levenskracht die ze zo lang had opgezameld gestikt was.

We zagen de drie of vier auto’s en de menigte al van verre. ‘Auto-ongeluk!’ zei Tom. ‘Prima. Dan heeft Wilson eindelijk is wat klanten.’ Hij remde af, maar nog zonder enige intentie om te stoppen, totdat, toen we dichterbij kwamen, de zwijgende, gespannen gezichten van de mensen rond de deur van de garage hem automatisch op de rem deden trappen. ‘We zullen even gaan kijken,’ zei hij twijfelend, ‘heel even maar.’ Ik werd mij nu van een hol, jammerend geluid bewust dat onafgebroken vanuit de garage opsteeg, een geluid dat, toen we uit de auto kwamen en in de richting van de deur liepen, zich tot de woorden ‘O mijn God!’ vormde die telkens maar weer hijgend en kreunend werden uitgestoten. ‘Er is iets ergs gebeurd!’ zei Tom opgewonden. Hij ging op zijn tenen staan en tuurde over een kring van hoofden heen in de garage, die slechts door een gele gloeilamp, in een heen en waar zwaaiende metalen schutkorf aan het plafond verlicht werd. Toen maakte hij een schel en raspend geluid in zijn keel, en met heftige duwende bewegingen van zijn krachtige armen drong hij naar voren. De kring sloot zich weer met een gemompel van beklag; het duurde een minuut voordat ik ook maar iets kon zien. toen brachten nieuw-aangekomenen de rij in de war, en Jordan en ik werden plotseling naar binnen geduwd. Het lichaam van Myrtle Wilson lag, in een deken gewikkeld, en vervolgens in nog weer een deken, alsof ze kou leed in deze hete nacht, op een werkbank bij de muur, en Tom stond met zijn rug naar ons toe, er roerloos overheen gebogen.

Fragment door de ogen van de auto van Tom

Ik stond al zeker een paar uur te bakken in de zon in het centrum van Manhattan toen eindelijk de avond viel en Tom met zijn gezelschap besloot om weer naar East Egg te gaan. Opmerkelijk was dat Gatsby en Daisy samen in de andere auto stapte en er vliegensvlug vandoor reden. Nick en Tom stapte bij mij in. De sleutel opende mijn deuren en ontvlamde mijn motor, eindelijk kon ik mijn banden strekken. Tom was niet haastiger dan normaal, maar toch voelde ik een soort spanning. Het was net of ik diende om zijn opgekropte emoties te laten varen dus we reden roekelozer dan normaal. Een half uur later reden we de garage van de Wilsons voorbij en mijn ijzeren deuren vertelde me dat er iets anders dan anders was. ‘Sla me dan!’ hoorde ik mevrouw Wilson krijsen. ‘Gooi me tegen de vlakte en sla me dan, miezerige gemene lafbek die je bent!’ Wat er toen gebeurde hou je niet voor mogelijk. Mevrouw Wilson liep zonder te kijken uit haar huis de weg over en botste frontaal tegen de zonnebloem gele auto van Gatsby die op zijn beurt er vliegensvlug vandoor reed. Vanaf toen bekend als ‘de auto des doods’. Ik voelde een steek in mijn carrosserie, of was het Tom die me deed remmen? We gingen in elk geval plots veel trager, maar niet met meer controle. Ik voelde Tom zijn voeten op mijn pedalen trillen en we vielen met een schok vlak voor de garage stil. Tom stoof met een snelheid uit me en vergat de sleutel. Nick bleef twijfelend zitten, maar van zodra hij Tom hoorde jammere en mensen uit de weg zag graaien, volgde hij zijn vriend. Myrtle Wilson, zo was haar naam, lag in dekens opgerold in de garage. Ze zag er koud en gekraakt uit. Haar borst was opengespleten en haar ogen voor altijd dicht. Ze was plots half de schoonheid die ze was vijf minuten geleden en kon zich niet voorstellen welke mensen ze vol verdriet achterliet. Een blinde kon zien dat ze het leven gelaten had, maar ook de pijn in de ogen van Tom was niet moeilijk te ontrafelen. Daar lag ze, zijn grote geheime liefde. Dood en nooit meer terug te keren met daar naast Tom, roerloos met de rug naar ons allen en met een hart vol verdriet. Deze bestemming had ik nooit verwacht, en wou ik ook zo snel mogelijk en scheurend verlaten.

Evaluatie

Als lezer vond ik deze opdracht zeker zinvol. Meestal is het zo dat ik boeken lees met het doel me te ontspannen en me te laten meeslepen in intriges en problemen, maar vaak gebeurt het dat ik tijdens het lezen mijn concentratie verlies en zo wel vijf pagina’s kan lezen zonder stil te staan bij de inhoud waardoor ik een groot deel van het verhaal en de boodschap mis. Bij deze opdracht moest ik echt opzoek gaan naar een goed fragment en deze meerdere keren lezen alvorens ik zelf door een ander perspectief het opnieuw schreef. Dit denkproces verhoogde mijn concentratie en leesbetrokkenheid waardoor de inhoud en het grondmotief van dit boek me beter bijbleven.

Vanuit didactische oogpunt vond ik deze opdracht ook zinvol. Het zet de leerlingen aan om tijdens het lezen beter op te letten en om ook hun aandacht te vestigen op andere verhaalaspecten buiten het verloop en grondmotief. Ook leren ze zo dat een verhaal vanuit vele oogpunten kan geschreven worden en geeft het hen de gelegenheid om zelf in het verhaal te stappen wat hen zal aanzetten om met meer concentratie en betrokkenheid te lezen, wat het ook bij mij deed.

Opdracht 10: verwerkingsopdracht roman

Boek

Elsschot, W. (1946). Het dwaallicht. Amsterdam: Querido.

Korte inhoud

Het Dwaallicht van Elsschot neemt de lezer mee op zoektocht door de straten van Antwerpen in de late jaren ’30. Op een regenachtige avond komt Frans Laarmans (alterego van Elsschot) een paar Indiërs tegen die opzoek zijn naar Maria Van Dam die in de Kloosterstraat moet wonen. Laarmans wil er in eerste instantie niets mee te maken hebben, maar kiest er toch voor om de reizigers te helpen met als gevolg een echt avontuur.

B6. Verhaal

Vergelijk het verhaal grondig met zijn verfilming, verstripping of toneelbewerking. (20 regels)

De eerste keer toen ik Het Dwaallicht las, greep het boek me meteen aan. De verhaallijnen, gebeurtenissen, de tijdloze onderwerpen, plaats… zorgde ervoor dat ik meteen verkocht was, maar toch had ik moeite met het waarnemen van de sfeer en de tijdsgeest van het verhaal. Tuurlijk ken ik het Antwerpen van vandaag, maar ik moet al hard mijn best doen om me een beeld te kunnen vormen van het Antwerpen voor WOII, en hier komt de strip goed van pas. De tweede keer dat ik de roman las, was dus in de vorm van een graphic novel gecreëerd door Dick Matena en het verhaal kwam toen voor mij helemaal tot leven. De strip bevat de authentieke romantekst en door Matena’s striptekeningen ook de authentieke sfeer en tijdsgeest. In het boek wordt Antwerpen omschreven als grauw, regenachtig en donker. Matena maakt van deze beschrijving een echte beleving door doorheen de hele strip enkel met grijze en zwarte kleuren te werken en Antwerpen steeds in de regen af te beelden. Ook met de beschrijving van de personages houdt Matena rekening. De Indiërs zijn heel typisch (bijna stereotiep) afgebeeld, wat ervoor zorgt dat je als lezer de onwetendheid toen over andere volkeren en culturen ervaart. De protagonist Laarmans heeft dan weer duidelijke trekken van Elsschots uiterlijk, goed gezien van Matena want dit personage is inderdaad een pseudoniem van Ellschot die in het echt  Alphonsus Josephus de Ridder heette. Maar wat Matena volgens mij helemaal tot leven wekt in deze grapic novel is de stad Antwerpen als personage. De straten zijn dankzij deze strip geen straatnamen meer waar lezers die nooit of amper in Antwerpen zijn geweest zich niks bij kunnen voorstellen, maar echte plaatsen. Je herkent de Groenplaats en de Kloosterstraat en al de andere plekken en wat het nog mooier maakt, is dat je zo een blik in het verleden kan werpen. Matena heeft speciaal voor deze strip vroegere stadsplannen, afbeeldingen, en beschrijvingen over Antwerpen bestudeerd zodat hij de tijdsgeest van in de roman bijna compleet kon reconstrueren wat de beleving nog sterker maakt. Antwerpen wordt door deze reconstructie de echte antagonist die hij is. Door zijn grillig weer, kleine smalle straten en ingewikkeld stratenplan verstoort hij danig de zoektocht naar Maria Van Dam en stelt hij zijn medespelers op de proef. De strip is dus een echte aanvulling op de roman en bevat volgens mij het volledige verhaal doordat de sfeer, tijdsgeest en de rol van Antwerpen zo veel meer waarneembaar zijn.

Evaluatie

Als lezer vond ik deze opdracht uitdagend omdat het me één van mijn lievelingsromans in vraag deed stellen. Welk verhaalaspect zou nog meer aandacht mogen krijgen? Wat zou het verhaal nog meer diepgang geven? etc. Ik ben dan zo opzoek gegaan naar een strip van Het Dwaallicht die de meer ‘verloren’ verhaalaspecten zoals sfeer en tijdsgeest in het verhaal betrekt en waarneembaar maakt. Als ik deze opdracht niet had gemaakt had ik waarschijnlijk nooit echt volledig het verhaal in al zijn aspecten gelezen. Dankzij de strip kon ik me dus een volledig beeld scheppen van de wereld die Elsschot in dit boek creëerde en kon ik me meer inleven in de gebeurtenissen en dat maakt deze opdracht zeker zinvol en speciaal.

Als leerkracht zou ik deze opdracht zeker aanbieden in de klas. Het stimuleert de leerlingen tot kritisch nadenken over boeken en verhaalaspecten en laat hen kennismaken met de graphic novel. Een stripvorm die bij velen onbekend is, maar grote romans zoals Het Dwaallicht van Elsschot een tweede leven geeft en meer aantrekkelijk maakt bij jonger publiek. Ook geeft een graphic novel een breder beeld van de wereld in een boek wat ervoor zorgt dat leerlingen die problemen hebben met het verhaal te reconstrueren in hun hoofd, ook volledig mee zijn met het verhaal en al zijn aspecten.

Opdracht 11: stripanalyse

Titel gekozen strip

Somewhere within the shadows

Naam van de reeks

Blacksad

Nummer in deze reeks

1

Tekenaar

Juanjo Guarnido

Ander werk van deze tekenaar

Blacksad series

    Somewhere Within the Shadows (2000)

    Arctic Nation (2003)

    Red Soul (2005)

    The hell, the Silence (2010)

    Amarillo (2013)

Scenarist

Juan Diaz Canales

Ander werk van deze scenarist

Blacksad series (Dargaud)

 

    Somewhere Within the Shadows (2000)

    Arctic Nation (2003)

    Red Soul (2005)

    The Hell, the Silence (2010)

 

Les Patriciens, éd. Glénat, Paris

        The imagination to power, 2009

Uitgeverij

Dark Horse Books

Jaar van uitgave

2010

Aantal pagina’s

48 pg.

Kaft (hardcover of softcover)

softcover

Kleur of zwart-wit

kleur

Genre

detective

Korte beschrijving van de tekenstijl, ‘look’, sfeer

 

 

Hoewel de personages dieren zijn is de tekenstijl heel realistisch. De plaatsen die bezocht worden zijn echt en nauwkeurig gereconstrueerd. De sfeer is grimmig en de stijl realistisch en simpel.

Thematiek

 

 

Moord, passie, gerechtigheid, mysterie, geld, conflict.

Belangrijkste personages

 

 

 

Blacksad, Natalia Willford, Leon Kronski, Ivo Statoc.

Vertelde tijd

1 jaar

Historische tijd

Tweede helft van de 20ste eeuw.

Belangrijkste locatie(s) waar het verhaal zich afspeelt

 

 

La Iguana (kroeg), Wolfmouth Cemetery.

Leeftijd doelpubliek

+ 18

Plot

Wanneer de gevierde actrice Natalia Willford wordt vermoord, wil Blacksad daar het fijne van weten en gaat hij op onderzoek. Willford is immers niet zomaar een vrouw voor hem, vroeger was Blacksad haar meest betrouwbare bodyguard en werden ze tijdens hun samenwerking dichte vrienden en kregen ze kort een passionele relatie.

De eerste aanwijzingen van de moord leiden hem naar Léon Kronski, een voormalige geliefde van Willford, maar die treft hij dood aan. Door deze net opgezette zoektocht raakt Blacksad betrokken in een gevechtspartij waardoor de politie hem oppakt. Wanneer Blacksad zijn verhaal doet aan de agenten, krijgt hij het advies om met zijn speurtocht te stoppen. Wanneer hij weigert, verliest hij ook de steun van het politiekorps en staat hij er dus helemaal alleen voor zo blijkt, tot commissaris Smirnov zijn voordelen er ook in ziet. Blacksad en Smirnov maken een afspraak en gaan beiden achter aan de oorzaak van de actrice en worden gedurende dit proces goede vrienden.

 De agenten onder het gezag van Smirnov hadden echter wel gelijk… Blacksad komt nog maar net terug van het politiekantoor of hij wordt al bedreigd met de dood door een vreemde hagedis en rat. De rat schakelt hij met gemak uit en de hagedis die versteld staat van dit gebeuren, biecht alles op over de moord op Natalia Willford. Blijkbaar was Willford betrokken in een relatie met Ivo Statoc, de meest invloedrijke zakenman van heel de stad, en had hij haar vermoord simpelweg omdat ze onvruchtbaar was. Blacksad schiet hem koudbloedig neer, en met de hulp van commissaris Smirnov wordt deze moord als zelfmoord herinnerd.

Beeldcompositie

Het eerste stripplaatje van pagina 11 uit Somewhere whitin the shadows is een medium long shot. Je ziet het huis van Natalia Willford van op een afstand, maar je staat wel dicht genoeg om bijvoorbeeld te zien hoeveel lantaarnpalen erop haar terras staan.

Op het tweede plaatje zie je Blacksad van heel dichtbij. Je kan zijn gevoelens van zijn gezicht aflezen wanneer hij Natalia, zijn voormalige geliefde, vermoord op bed ziet liggen. Dit beeld noemen we een extreme close-up.

Het derde shot is volledig op Natalia Willford gericht. Willford ligt vermoord in bed en heeft een levenloze blik in haar ogen terwijl er verschillende agenten rondom haar onderzoek zijn aan het doen over de moord. Deze scene ziet de lezer helemaal vanuit het gezichtspunt van Blacksad en zijn metgezel Smirnov . Dit soort shot is een point-of-vieuwshot.

De pagina eindigt met een blik op de twee speurders en hun peinzende gezichten. Je kan duidelijk zien dat de moord op Natalia hen één groot vraagteken lijkt en ze van plan zijn om dit mysterie op te lossen. Hiervoor wordt een close-up gebruikt van Blacksad en Smirnov.

Closure

De closure die op pagina 11 wordt gebruikt is die van onderwerp naar onderwerp. De lezer blijft gedurende de hele pagina in dezelfde scene en moet in zijn hoofd de overgangen zelf construeren en betekenisvol maken. Dit vereist een hoge lezersbetrokkenheid, maar omdat de momenten zich snel opvolgen en de scene zich steeds afspeelt in dezelfde ruimte verreist deze closure niet veel creativiteit en fantasie, zeker niet voor een ervaren lezer.

Woord-beeldverhouding

Op het eerste plaatje van de strip gebruiken Guarnido en Canales een parallelle verhouding tussen woord en beeld. Als lezer zie je een groot landhuis op een mooie dag wat eerder wijst op een gelukkige ontmoeting, maar de tekst die erbij staat, vertelt over de trieste gevoelens van Blacksad en de moord op een oude geliefde van hem. Iets compleet anders dus en heel tegenstrijdig, vandaar dat ik denk aan een parallelle verhouding.

Het tweede plaatje is een extreme close-up van een boze en terneergeslagen Blacksad. Op het eerste gezicht is het niet echt duidelijk waarom hij zich zo voelt, maar als je de tekst leest is het klaar duidelijk. De vrouw die op het bed ligt, heeft veel voor hem betekend en doet dat waarschijnlijk nog steeds. De woorden geven dus meer duidelijkheid aan het beeld en dat wordt een additieve combinatie genoemd.

Op het laatste plaatje wordt Blacksad samen met Smirnov afgebeeld. Ze lijken beiden in diepe gedachten verzonken terwijl ze naar het dode lichaam van Natalia zijn aan het staren. Moest de lezer de tekening zonder de tekst zien, zou hij zich afvragen wat de twee aan het doen zijn en waarom ze er zo diep nadenkend uitzien. De tekst geeft hier dus weer de nodige verklaring aan het beeld en weer hebben we hier dus te maken met een additieve combinatie.

Personages

Blacksad (protagonist)

John Blacksad (pseudoniem voor John H. Blackmore ) wordt afgebeeld als een zwarte kat en is een privéinspecteur. Hij is opgegroeid in een arme buurt en heeft geen goede reputatie bij de politie door een aantal kwaadjongens streken die hij vroeger in zijn jeugd gepleegd heeft. Tijdens WOII was hij een soldaat en dit zorgt ervoor dat hij een erg bekwaam schutter is en iemand makkelijk kan neerslaan. Ook heeft hij een jaar geschiedenis gestudeerd, maar heeft deze niet kunnen afmaken omdat hij van school werd gestuurd. Op vlak van liefde en relaties heeft Blacksad ook geen geluk. Vele vrouwen waarmee hij een liefdevolle relatie aangaat zijn emotioneel onstabiel, worden vermoord of zijn bezet. Deze gebeurtenissen zorgen ervoor dat Blacksad erg realistisch en pessimistisch in het leven staat, daarom wordt hij ook als een zwarte kater geportretteerd. Hij hanteert vaak zwarte humor, cynisme, maakt moeilijk vrienden en is eenzaam. Hij wordt steeds afgebeeld in een zwart pak en trench coat zoals een stereotiepe inspecteur.

Smirnov (antagonist)

Smirnov is de enigste vriend van Blacksad bij de politie. Hij is politie commissaris en helpt Blacksad bij het uitzoeken op de moord van Natalia. Smirnov is erg empathisch tegenover Blacksad. Hij geeft hem vaak nieuwe inzichten en steunt hem emotioneel tijdens de zoektocht en met de dood van Natalia. Hij wordt daarom ook afgebeeld als een Duitse dog: sterk en krachtig, maar ook trouw en vriendschappelijk.

Natalia Willford  (figurant)

Natalia Willford is de vrouw die in de strip vermoord wordt. Ze is een beroemd actrice die Blacksad vroeger moest beschermen als bodyguard. Tijdens deze samenwerking zijn de twee op elkaar verliefd geworden, maar deze romance heeft niet lang geduurd. Toch blikt Blacksad met veel liefde en heimwee terug op hun relatie en wil hij haar dood wreken. Natalia is net zoals Blacksad een kat, maar dan een witte. Deze kleur staat voor haar zorgeloze jeugd en carrière, maar spijtig genoeg kent haar leven dus wel een triest einde.

Motieven

Het belangrijkste motief in het verhaal volgens mij is de liefde en heimwee van Blacksad voor zijn voormalige vriendin Natalia. Deze zorgt er immers voor dat hij hulp aan Smirnov vraagt en de wraakactie opgang zet. Zonder deze verloren liefde en speciale voormalige band tussen Blacksad en Natalia was er geen verhaal te vertellen, en zou er dus ook geen strip zijn.

Een ander motief is naar mijn mening de jeugd van Blacksad. Deze was beladen met negatieve gebeurtenissen en gevoelens, en ergens wil Blacksad niet dat de gelukkige en succesvolle Natalia een donker lot krijgt zoals zovele vrienden van hem. Dit lot kan hij uiteraard niet meer terugdraaien, maar hij kan haar dood nog wel wreken en dit doet hij dan ook.

Een laatste motief is het schuldgevoel dat Blacksad heeft tegenover Natalia. Hij heeft namelijk gezworen haar voor altijd te beschermen en hier is hij in gefaald. Hij neemt dit zichzelf zo kwalijk dat hij besluit om haar dood te wreken en hiermee probeert zijn falen goed te maken.

Liefde, heimwee, traumatische ervaringen en schuldgevoel zijn dus volgens mij de belangrijkste motieven die in de strip zitten en het verhaal maken. Deze zaken zorgen ervoor dat Blacksad gerechtigheid voor zijn voormalige geliefde wilt, hiervoor de beste speurders zoekt, bijna alles riskeert en het plot zo spannend is.

Sfeer

De sfeer die wordt opgewekt is erg duister en sinister. Dit komt doordat Guarnido donkere kleuren gebruikt en de personages erg bedrukt en beklijvend afbeeldt. Hij laat ook niks aan de verbeelding over en tekent erg realistisch ook al zijn de personages pratende dieren. Het lijk van Natalia wordt bijvoorbeeld zonder poespas afgebeeld. Canales’ schrijfkunsten passen heel goed bij deze tekenstijl. Ook hij wekt een donkere sfeer op door een soort van noodlottig gevoel in zijn schrijven te steken (‘…The remains of a beautiful dream.). En ook hij draait niet rond de pot. Zo wordt er meteen vermeld dat het om een moord gaat van een oude geliefde van Blacksad. Dit samenspel van tekeningen en schrijfkunsten wekt dus een donkere en realistische sfeer op die de lezer doorheen de hele strip bijblijft. 

Taal

Zoals al gezegd vind ik de taal heel to-the-point. Ik wil hiermee zeggen dat het niets voor de verbeelding overlaat. In de eerste tekstkader wordt bijvoorbeeld gezegd dat er een oude vlam van Blacksad is vermoord. De duistere sfeer en gevoel hierrond wordt mooi opgeroepen door dit te koppelen aan het gevoel van misselijkheid die optreed na een slecht ontbijt op een erg vroege ochtend. Zo wordt al meteen de juiste (misschien herkenbare) sfeer voor de lezer opgeroepen. De taal is dus erg beeldrijk, simpel en realistisch wat net zoals de tekeningen voor de gepaste sinistere sfeer zorgt in de strip.

 


Link naar de volledige stripreeks

books.google.be/books?id=bu2O4IHtJacC&printsec=frontcover&dq=blacksad&hl=nl&sa=X&ei=qcJpVfXhHMv9ygOl4oDIBA&ved=0CFEQ6AEwBg#v=onepage&q=blacksad&f=false

Opdracht 12: creatieve schrijfopdracht

1. kies een foto, personage

  • Noteer een 6-tal trefwoorden die iets zeggen over het uiterlijk van je personage.
  • Bedenk een naam en leeftijd, een beroep, hobby’s en een sociale positie.

Robin, 25 jaar, student

  • vrij, grappig, mysterieus, eerlijk, gaat door het vuur voor vrienden en familie, sterk
  • Ze gaat graag klimmen, zowel in de natuur als in een zaal.
  • blond, bruine ogen, opvallende wenkbrauwen, sluik haar, 1,80m, slank

  • Bezorg haar 6 karaktereigenschappen die haar perfect omschrijven

 

2. kies een foto, omgeving

  • Wat staat er op de foto?
  • Wat hoor je op deze plaats?
  • Naar wat ruikt het op deze plaats?
  • Welke gevoelens krijg je op deze plaats?                           

De kaaien in Antwerpen zijn steeds een rustplaats voor me geweest. De Schelde die je hoort stromen doet de drukte van de stad meteen vergeten. ’s Nachts is het er muisstil, maar op een zomerdag hoor je toeristen praten, bbq’s braden, gerinkel van wijnflessen, gelach etc. Je ruikt steeds een beetje het zoute water van de Schelde, olie van de voorbijkomende boten en in de zomer het klaargemaakte eten van bezoekers, alcohol en sigarettenrook. Zoals in het begin gezegd voel ik me steeds tot rust komen aan de oever van de Schelde. Het water doet me denken aan mijn jeugd. We gingen toen altijd met onze zeilboot op reis en kabbelend water doet me daar aan denken. Ook geven de kaaien een mooi uitzicht op Linkeroever, waar ik ben opgegroeid en veel avonturen heb beleefd. Voor mij is het dus een plaats om te reflecteren, na te denken, tot rust te komen en oude herinneringen boven te halen.

 

3. kies een kledingstuk

Drie jaar geleden kreeg ik van mijn moeder haar lievelingsbroekpak.

Die zomerse dag aan de kaaien had ik mijn moeders broekpak aan. Hoewel het 25°C was, zorgde de wind voor kippenvel op mijn huid.

4. Kies een foto, voeding

  • Welke kleur heeft het?
  • Welke vorm heeft het?
  • Welk gevoel roept het bij het personage op?
  • Welke geur komt je tegenmoet?
  • Hoe voelt het aan in je mond?
  • Hoe smaakt het?

De smaak en geur van aardbeien roept bij het personage een gevoel van nostalgie en veiligheid op. Als kind moest ze na het school altijd naar haar grootouders gaan en op de keukentafel stonden er altijd verse aardbeien in de lente en zomer die ze met smaak opat. Iedere keer als ze zich minder in haar vel voelt, koopt ze een bakje aardbeien en eet ze die al wandelend op. Robin moet hier ook wel mee oppassen, want de aardbeien herinneren haar er ook aan dat ze er nu helemaal alleen voor staat. Een gevoel van eenzaamheid komt haar dus ook af en toe te boven.

Opdracht: Je schrijft een kortverhaal dat begint met je omgeving, vervolgens introduceer je het kledingstuk en als laatste je personage. Als allerlaatste schrijf je een flashback dat opgeroepen wordt door het eten van je personage.

Het is 21 februari 2015 en de dag is net begonnen. De zon straalt als nooit te voren, maar toch zorgt de wind voor een kil gevoel in de stad. In de zomer zijn ze de favoriete plek van menig persoon, maar nu zijn de kaaien verlaten en verwaarloosd, enkel de Schelde houdt hen gezelschap. De Onze-Lieve-Vrouwe kathedraal blinkt in de zonnestralen en kijkt als een keizerin over haar stad. Zij heeft geen last van de oprukkende wind.

Wie ook geen last lijkt te hebben van de kou en de wind is een onbekende jonge vrouw. Haar ogen hebben nog geen nachtrust gezien en haar voeten willen hun hakken maar al te graag verlaten. Ze komt net terug van een feestje. Lang geleden dat de nacht haar zo bekoord had. Haar rode broekpak steekt fel af op haar witte huid waardoor iedereen haar ziet staan.  Ze leunt tegen een paar woorden van het kaaigedicht. Van “vereeuwigd” maakt ze enkel “ver”. Niet wetend dat het nu haar beurt is om iemand te bekoren.

Robin woont nog geen twee jaar in het hartje van Antwerpen, maar toch voelt ze zich er al thuis. Ze heeft er gestudeerd, van het leven genoten, zelfstandig geworden, maar vooral haarzelf leren kennen. Alleen wonen heeft ze steeds ervaren als een bevrijding, maar nu gaat dit vaker gepaard met een gevoel van eenzaamheid. Een gevoel dat ze enkel van zich kan afzetten als ze de Schelde meer dan een kwartier in de ogen aankijkt. Die ochtend echter laat ze haar blik op iets anders vallen. Ze leest “ver” en kijkt de dame met het rode broekpak aan. De vrouwen wisselen een paar blikken en plots kan Robin de wereld aan.

De jonge vrouw in het broekpak is al lang verdwenen. De zon staat hoog aan de hemel en de hevige wind trekt verder aan de huizen en bomen, maar dat deert Robin niet meer. De kleur van het broekpak blijft haar bij en fleurt haar op, maar ze heeft geen idee waarom. Al peinzend loopt ze de Vogelmarkt op. Ze heeft geen aandacht voor de druk shoppende mensen en wil zo snel mogelijk terug naar haar kot, tot plots hetzelfde rood haar aandacht trekt. Ditmaal zit het rood in een bakje en is het met elf. Elf aardbeien kijken haar glunderend aan. “De eerste van het jaar!”, roept de verkoper. Robin twijfelt niet en koopt het bakje.

Mijmerend loopt ze verder. Wanneer ze bij de botanische tuin aankomt, kiest ze een bank om te zitten en begint de aardbeien op te eten. Een gevoel van nostalgie overkomt haar. Plots is ze weer samen bij iedereen. Haar ouders komen nog overeen, haar jongere broer is nog kleiner als haar en haar hart kent nog geen pijn. Ze voelt de zeer in haar kuiten na een lange LO-les en ziet een grote pot vol aardbeien staan en wat daarachter schuilt, kan ze niet geloven. Bonnie en Bompa verwelkomen haar: “Dag mijn meisje, we waren al bang dat je nooit meer ging komen!”. Nostalgie en eenzaamheid mengen zich met de gedachten van Robin. Was ze maar terug twaalf… Genoeg tijd om af te dwalen krijgt ze niet van haar gsm die opdringerig afgaat. Het is Bonnie, ze wil Robin uitnodigen om te komen eten deze vrijdag. “Ja natuurlijk!”, en plots voelt Robin haar in lange tijd niet meer alleen.

Opdracht 13: filmanalyse

Film

Giuseppe, A.,  Rizzoli, A. (Prod.) en Fellini F.(1960). La Dolce Vita. Totalscope: Rome.

Plot

Marcello Rubini is een Italiaanse verslaggever in Rome en is steeds op de hoogte van de nieuwste weetjes in sterrenland. Hij brengt daarom zijn dagen en nachten door in de Romeinse bovenklasse waar alle bekende mensen zich begeven. Marcello droomt ervan om een literair auteur te worden en wil hoogstaande journalistiek voortbrengen, maar hij laat die dromen varen voor de carrière als paparazzo. Hoewel hij de oppervlakkigheid ervan inziet, laat hij zich meeslepen in het decadente zoete leven van de beau monde en trekt hij steeds op avontuur uit met de mooiste vrouwen en vreemdste figuren, tot groot ongenoegen van zijn vriendin. De vertelde tijd van de film is een week die is opgedeeld in een proloog gevolgd door zeven hoofdstukken die eenmaal worden onderbroken door een intermezzo en een epiloog. Een leuk weetje: het woord paparazzi is afkomstig van Rubini’s sidekick Paparazzo.

Belangrijke vragen en hun antwoorden

  1. Is deze film eerder typisch of atypisch in het oeuvre van de regisseur? Licht kort toe waarom.

 

La Dolce Vita past volledig in het oeuvre van Fellini. Fellini maakt vaak films die naar het psychologische en dramatische neigen. Zijn hoofdpersonages zijn steeds afbeeldingen van zichzelf en zijn allen opzoek naar de betekenis van het leven. dit maakt zijn films stuk voor stuk autobiografisch en realistisch. Die zoektocht wordt steeds gekenmerkt door vele dromen, herinneringen, wensen en obsessies. Ze zijn nooit lineair verteld en bevatten vaak een warboel aan informatie. Hij speelt ook met de fantasie van de kijker door nooit echt duidelijk te laten blijken of het nu nacht of dag is. De gebeurtenissen vinden plaats in mooi vormgegeven ruimtes. Zo gebruikt hij vaak parken, opvallende villa’s, moderne ziekenhuizen, extravagante clubs en gestroomlijnde auto’s. de personages zijn ook allen mooi opgemaakt en dragen de mooiste kledij uit die tijd. Tegelijkertijd leveren de films maatschappijkritiek doordat de protagonist in aanraking komt met de schijnwereld van de Italiaanse aristocratie, de decadentie van de bourgeoisie, de geslotenheid van het conservatieve platteland of de schijnheiligheid van de Katholieke Kerk. De hoofdpersoon wordt vaak omringd door een collage van excentrieke personages. Al zijn films hebben deze kenmerken, van La Dolce Vita tot Otto e mezzo. Fellini heeft dus een duidelijke stempel op zijn films, maar dit heeft er ook voor gezorgd dat hij één van de grootste regisseurs was van zijn tijd. Zo won hij voor La Dolce Vita in 1960 de Gouden Palm in Cannes en de Oscar voor beste kostuums.

 

  1. Hoe wordt er aandacht besteed aan de beeldcompositie? Geef drie voorbeelden die je opvielen tijdens het kijken. Wat is de betekenis/functie van deze beelden?

 

De eerste beeldcompositie die me opviel tijdens La Dolce Vita was toen de beroemde Zweedse actrice in Rome aankwam en alle fotograven zich op haar stortten. Dit beeld verplaatst je in de schoenen van de actrice en verhoogt je beleving in de film, omdat je de zaken van haar standpunt bekijkt. Het geeft je een unieke blik in haar wereld. De fotograven lijken echt op jou af te komen en een benauwd gevoel overvalt je. Dit soort shot heet een over-the-shouldershot en sprak me door de verhoging van beleving meteen aan.

 

Dit tweede beeld komt uit een feestscène. De personages zijn druk bezig met drinken, roken, roddelen, vrijen en praten. Toch kiest de regisseur ervoor om deze verveelde figuren in de kijker te zetten. Ze zien er ongeïnteresseerd en moe uit en maken zo aan de toeschouwer duidelijk dat er bijna een einde komt aan de avond. Ze brengen dus de sfeer over van de film naar de kijker en laten nadenken over hun gevoelens. Figuranten met een heel belangrijke rol dus. Dit soort shot heet een medium close-up. De personages worden weergegeven vanaf de borst en je ziet goed hun gelaatsuitdrukking. Dit beeld vond ik heel speciaal, omdat de vrouw heel mysterieus naar de kijker kijkt en zo ervoor zorgt dat haar gedachten voor vele interpretaties vatbaar zijn. 

 


In dit beeld wordt er duidelijk gebruik gemaakt van symmetrie. Rubini rijdt in deze scene snel naar zijn geliefde. Zij zit immers in de problemen en heeft dringend zijn hulp nodig. Tijdens de film vlogen de bomen voorbij en zo zorgde de symmetrie (bomen/auto/bomen) ervoor dat er een gevoel van snelheid en haast werd opgeroepen. In foto’s apprecieer ik symmetrie, omdat het voor diepgang zorgt en heel esthetisch is. Daarom viel dit beeld me ook meteen op.

 

  1. Beschrijf de protagonist, antagonist, dramatisch doel en conflict in deze film.

Rubini is de protagonist in het verhaal. Hij is een klassieke Italiaan. Hij is zot van vrouwen, drinken, tabak en denkt vaak enkel aan zichzelf. Als beroep is hij een beroemd verslaggever van de beroemdheden in Rome, maar eigenlijk wil hij een hoogstaand journalist worden. Ondanks deze wens blijft hij zich in het sterrenwereldje mengen, beleeft hij vele avonturen en schaatst hij wel eens een scheve schaats ook al heeft hij een vriendin. Rubini is ook heel rusteloos. Hij is op zoek naar wat hij wil in het leven: settelen met zijn vriendin of kiezen voor de eeuwige vrijheid? In de film zien we hem echter nooit echt een keuze maken. Zijn zoektocht staat dus centraal.

 

In La Dolce Vita zijn er eindeloos antagonisten. De vrienden van Rubini, zijn aantrekkelijke minnaressen, zijn vader, vriendin… Stuk voor stuk dragen ze bij tot zijn zoektocht en verleiden ze hem om op avontuur te gaan. Ook zorgen ze ervoor dat hij zijn levensstijl in vraag stelt: wilt hij zich settelen of wil hij de eeuwige vrijheid? Zijn vriendin overtuigd hem van het eerste en de rest van het tweede of weten het zelf allemaal niet goed.

 

Het dramatisch doel van Rubini is om zijn leven om te gooien. In plaats van verslaggever van het sterrendom in Rome wil hij een hoogstaand journalist worden, maar deze weg loopt niet over rozen.

 

Hoe graag Rubini zijn leven ook wil omgooien. Het lukt hem precies niet. Steeds laat hij zich verleiden door wondermooie vrouwen, drank, tabak, vrienden en vreemde figuren. Hij wil het Roomse sterrendom koste wat het kost verlaten, maar zijn innerlijk conflict houdt hem tegen: wil ik me settelen met mijn vriendin of wil ik de eeuwige vrijheid en plezier?

 

  1. Welke camerabewegingen vielen je op? Analyseer er drie. Wat is hun betekenis/functie?

 

Net zoals bij beeldcompositie zorgt deze bovenstaande opnamehoek voor een grote beleving bij de kijkers. Ze worden immers in de schoenen van een personage geschoven en dit zorgt ervoor dat de kijkers zich beter kunnen inleven in een situatie. In de beeldcompositie noemen we dit een over-the-shouldershot. Als je dit als een camerabeweging benadert is dit een voorbeeld van een point-of-viewshot.

 

 

Dit tweede voorbeeld van camerabeweging en opnamehoek noemen we vogelperspectief. Als kijkers staan we vanboven op de trap en zien we een paar figuren van bovenaf verschijnen. Dit geeft ons meer overzicht over de scene, geeft de trap meer diepgang en zorgt voor beweging. Ook vond ik het mooi vormgegeven hoe eerst de onherkenbare schaduwen op je afkomen om dan als hun bekende personages te arriveren op de laatste trede. Dit creëerde een heel mooi beeld.

 

 

Wie La Dolce Vita zegt, denkt meteen aan de beroemde openingsscène met de vliegende Jezus, maar ook deze scene in de Trevifontein heeft menig hart gestolen. De onsterfelijkheid van dit filmfragment is niet enkel te danken aan zijn prachtige locatie, maar ook dankzij het cameragebruik. Gedurende heel de scene tussen Rubini en zijn Zweedse vlam heb je als toeschouwer het gevoel dat ze helemaal alleen zijn in de nacht. Je volgt hun interessante gesprekken en voelt de spanning tussen de twee toenemen. Dit tafereel wordt plots doorbroken door dit poin-of-view-shot van de fietser. Het is niet meer nacht, maar ochtend en de twee “vrienden” staan eigenlijk maar klunzig in de fontein. Als kijker krijg je dus eerst een heel intiem gevoel doordat de camera vele close-ups maakt van het paar die dan later bruut doorbroken worden door dit afstandshot en je als kijker weer naar de realiteit brengt. De reden waarom ik voor dit beeld heb gekozen is vanwege dit speciaal gebruik van de camera en ook uiteraard omdat het één van de beroemdste beelden ooit gefilmd is.

 

  1. Beschrijf de production design (decors, kostuums, make-up, rekwisieten, locaties). In hoeverre beïnvloeden al deze aspecten de interpretatie? Geef daar twee voorbeelden van.

De production design is nogal eentonig, maar zeker niet saai. Alles past bij elkaar en vormt een mooi geheel. De mensen, de stad, de clubs, villa’s, kledij… Alles schreeuwt bourgeoisie. De opvallendste voorbeelden voor mij is het gebruik van opvallende locaties zoals de Trevifontein en het heel modern lijkende ziekenhuis die hieronder staat. Ze duiden op dat speciale wereldje, roem, faam, rijkdom en roepen de gepaste sfeer op.   

Opdracht 14: leeslijst

Leeslijst 1PBSO

Jeugdromans

Achter de bibliografische referering staan er één tot vijf sterren. Eén staat voor slecht, twee voor onvoldoende, drie voor voldoende, vier voor goed en vijf voor uitstekend. Dit heb ik bij enkelen gedaan.

  1. Balthazar, Nic. (2002). Niets was alles wat hij zei. Altiora Averbode.****

maatschappelijkroman

autisme, pesten, zelfmoord, computergames, isolatie

 

  1. Bracke, D. (1996). Het uur nul. Leuven: Davidsfonds/Infodok. **

15+

maatschappelijk-en adolescentenroman

aids, schokkend, leefwereld van de adolescenten, verliefdheid, eerste keer seks, drugs

 

  1. Carroll, Lewis. (1865). Alice in Wonderland. Leuven: Davidsfonds.

9+

fantasyroman

klein meisje, gekke hoedemaker, rode koningin, fictieve wereld, wens naar avontuur

 

  1. de Vries, A. (2004). Blauwe plekken. Rotterdam: Lemniscaat.

15+

maatschappelijk- en adolescentenroman

school, mishandeling, moeder, achtergelaten

Bekroond door de Nederlands kinderjury in 1993.

 

  1. Dickens, C. (2010). Oliver Twist. Brussel: Het Laatste Nieuws/Paperview.*****

14+

maatschappelijk- en historisch roman

Londen, kinderarbeid, armoede, stelen, oneerlijk, onverwacht

 

  1. Dros, Imme. (1995). En een tijd van vrede. Amsterdam: Querido.*****

9+

adolescenten-en oorlogsroman

na WO II, trauma, verder gaan met het leven, autobiografisch

 

  1. Funke, C. (2005). Hart van inkt. Antwerpen: Querido.

9+

avonturen- en fantasyroman

boeken, avontuur, gestolen boek, meisje, geen moeder, magie

Won een Zilveren Griffel in 2006.

 

  1. Ende, M. (1979). Het oneindige verhaal. Baarn: De Fontein.****

10+

fantasyroman

twee verhalen, helende kracht Fantásia, avontuur, zoektocht naar liefhebben, twee werelden

Won een Zilveren Griffel in 1983.

 

  1. Green, J. (2007). 19 keer Katherine. Ede: Lemniscaat Literair.

14+

adolescentenroman

hoogbegaafdheid, liefdesverdriet, school, zoektocht, reis

 

  1. Green, J. (2005). Het grote misschien. Rotterdam: Lemniscaat.

14+

adolescentenroman

zoektocht naar geluk, kostschool, nieuw begin, eerste liefde, dood, verlies van een vriendin

 

  1. Rowling, J.K. (1998). Harry Potter en de steen der wijzen. Amsterdam: de Harmonie.

9+

avonturen- en fantasyroman

toverkracht, Zweinstein, twaalfjarige jongen, Engeland, buitenbeentje, avontuur, Voldemort, wees

 

  1. Terlouw, J. (1985). Oorlogswinter. Rotterdam: Lemniscaat. ****

Gouden Griffel

14+

adolescenten- en oorlogsroman

WO II, verzet, Nederland, snel volwassen worden, tienerjongen, verraad

 

Poëziebundel

Moeyaert, B. (2009). Verzamel de liefde. Amsterdam: Querido’s Uitgeverij.

Film

Fischer, B., Medavoy, M., Messer, A. en Scorsese, M. (2010). Shutter Island. VS: Paramount Pictures.

 

Leeslijst 2PBSO

Achter de bibliografische referering staan er één tot vijf sterren. Eén staat voor slecht, twee voor onvoldoende, drie voor voldoende, vier voor goed en vijf voor uitstekend. Dit heb ik bij enkelen gedaan.

Jeugdromans

  1. Biegel P. (1990). Anderland. Harlem: U.M. Holland.***

+14, historische- adolescentenroman

ontdekkingstocht, geschiedenis, Brandaan mythe

bekroond met de Wouterte Pieterse Prijs in 1993

 

  1. van Lieshout T. (1996). Gebr. Amsterdam: Van Goor. ***

+14, adolescentenroman

familie, homoseksualiteit, rouwen

Ted van Lieshout won in 2009 de Theo Thijssenprijs voor heel zijn oeuvre.

 

  1. Elpers N. (2007). Dolores. Van Goor: Houten.***

+14, historische roman

geschiedenis, Spaanse inquisitie, revolutie

Elpers kreeg voor deze roman een werkbeurs van het Fonds voor de Letteren.

 

  1. Beckman T. (1973). Kruistocht in spijkerbroek. Lemniscaat: Rotterdam.****

+12, historische roman

geschiedenis, kruistochten, avontuur

Gouden Griffel in 1974

 

  1. Rowling J.K. (1999). Harry Potter en de geheime kamer. De Harmonie: Amsterdam.****

+12, fantasy

fantasy, tovenaarsleerling, avontuur

 

Nederlandstalige romans

  1. Elsschot, W. (1946). Het dwaallicht. Querido: Amsterdam. ****

1 leespunt, novelle

Antwerpen, Kloosterstraat, zoektocht

Elsschot kreeg voor dit werk in 1948 de Driejaarlijkse Staatsprijs voor verhalend proza toegekend.

 

  1. Mulisch, H. (1982). De aanslag. Amsterdam: De bezige bij. ****

3 leespunten, historisch roman

WO II, vluchten, Nederland

 

  1. Verhulst, D. (2006). De helaasheid der dingen. Amsterdam: uitgeverij Contact. *****

3 leespunten, psychologisch roman

Vlaams, overmatig alcoholgebruik, fictief dorp

In 2006 werd het genomineerd voor de AKO Literatuurprijs.

TOTAAL= 7 leespunten

Wereldliteratuur

Fitzgerald, F.S.(1925). De Grote Gatsby. Uitgeverij Atlas. ***

liefdesroman

New York, roaring twenties, tragische liefde

talloze keren verfilmd

Sprookjes

  1. Grimm J. (2005). Grimm: Roodkapje. Lemniscaat: Rotterdam

+12, sprookje

coming of age, metaforen, fictief

  1. Grimm J. (2005). Grimm: Vrouw Holle. Lemniscaat: Rotterdam

+12, sprookje

goed en kwaad, stiefmoeder, hard werken wordt beloond

Mythes

Achille: held, Trojaanse oorlog, verboden liefde

Briseis: Trojaanse oorlog, priesteres, adel

Adonis: Griekenland, sterk, vrouwen

Guinevere (Keltisch): strijdster, Koning Arthur, koningin

Dichtbundel

Arnouts, Y. (2011). Men schort wat op. Leuven: uitgeverij P. ***

liefde, reuma, rouwen

Strip

Canales J.D. (2000). Blacksad: somewhere whitin the shadows. Dark Horse Books: Portland.

+18, detective

misdaad, verloren liefde, antropomofisme

Besproken roman

Wieringa T. (2005). Joe speedboot. De Bezige Bij: Amsterdam.

psychologisch roman

pseudoniemen, liefde, ongeluk

Joe Speedboot werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs, de Gouden Uil, de Libris Literatuur Prijs, de Literatuurprijs Gerard Walschap, NS Publieksprijs en de Prijs voor het mooiste boekomslag.

Film

Giuseppe, A.,  Rizzoli, A. (Prod.) en Fellini F.(1960). La Dolce Vita. Totalscope: Rome.

drama

journalisten,  paparazzo, liefde